Serveertemperatuur wijn

Het drinken van een goed glas wijn betekent ook dat de wijn op de juiste temperatuur moet zijn. We drinken bijvoorbeeld te vaak een witte wijn te koud en rechtstreeks uit de koelkast (3-6˚Celsius) waardoor eigenlijk alle smaken van de wijn verdwijnen. Daar in tegen denken we dat we geen rode wijn kunnen drinken in de lente of zomer omdat je deze niet mag koelen. Kijk eens naar Piemonte waar het in de zomer ruim boven de 30˚ Celsius kan komen en waar men dan, het zij licht gekoeld een frisse, fruitige rode wijn drinkt zoals een Freisa op een temperatuur van 7-9˚ Celsius. Het koelen kan door middel van een wijnkoeler van Le Creuset zoals hieronder die je in de vriezer bewaard. Maar alleen kort koelen en niet ijskoud!

De warmte van de wijn is ook afhankelijk van de dikte van het glas en de temperatuur van de omgeving. Hierdoor kan wijn snel opwarmen en in een dun wijnglas van wat hogere kwaliteit mag de servertemperatuur van witte wijn dan ook wat hoger zijn. Voor rode wijn geldt over het algemeen, veel tannines iets warmer serveren dan een rode wijn met weinig tannines. Maar wijn mag ook zeker niet te warm geserveerd worden omdat dan de alcohol sterk naar boven komt in smaak en geur. Pak het glas altijd bij de steel om ervoor te zorgen dat de wijn niet te snel warm wordt maar mocht de wijn toch iets te koud zijn naar je zijn dan kun je altijd de kelk van het wijnglas in je handen leggen en zo de wijn wat opwarmen.

Over het algemeen kun je het onderstaande overzicht aanhouden.

Serveertemperaturen van rode wijn

Frisse, fruitige, lichte en soepele wijnen: 14-16 °C
Volle, kruidige, vrij complexe wijnen: 16-18 °C
Krachtige, robuuste wijnen: 16-18 °C

Serveertemperaturen van witte wijn

Fruitige, frisse, halfdroge witte wijnen: 7-9 °C
Spumante Brut en mousserende wijnen: 8-10 °C
Frisse, lichte, fruitige, droge witte wijnen: 8-10 °C
Rosé (Rosato) wijnen: 8-10 °C
Volle, aromatische, droge witte wijnen: 10-12 °C

Terug naar blog